Zakelijke
gegevens
Titel: Bonita Avenue
Jaar van uitgifte: 2010
Aantal pagina’s: 543
Uitgeverij: De Bezige Bij
Gegevens
over de auteur
Peter Buwalda is geboren in Brussel op 30
december 1971. Buwalda is de naam van zijn stiefvader. Toen Peter Buwalda vijf
jaar was, verliet zijn biologische vader het gezin en trouwde zijn stiefvader
met zijn moeder. Zijn echte vader is een Belg, maar daar heeft hij geen contact
meer mee. Buwalda’s gezin verhuisde naar Nederland toen zijn stiefvader werk
kreeg in Limburg.
Judo is een van Peter Buwalda’s interesses.
Dit komt ook terug in Bonita Avenue.
Zelf heeft hij ook jaren gejudood.
Na de middelbare school wilde Peter Buwalda
natuur- en wiskunde gaan studeren in Eindhoven. Uiteindelijk werd het Utrecht,
omdat hij het studentenleven op een bepaalde manier wilde meemaken. Gedurende
zijn studie switchte hij naar Nederlands, na het lezen van De donkere kamer van Damokles.
Na zijn studie werkte Peter Buwalda vier
jaar als journalist bij de Twentse universiteitskrant (een overeenkomst met
Aaron uit Bonita Avenue). Hierna ging
hij als redacteur werken bij literaire uitgeverij L.J. Veen in Amsterdam.
Peter Buwalda is journalist en werkt als
redacteur bij verschillende uitgeverijen. Hij is mede-oprichter van het
literaire poptijdschrift Wah-Wah en heeft verschillende verhalen en essays geschreven
voor onder andere De Gids, Vrij Nederland, Bunker Hill en Hollands Maandblad. Bonita Avenue is zijn debuutroman.
Overige
informatie: een recensie bijvoorbeeld
Peter Buwalda - Bonita Avenue****
07-10-10
09:44 uur
RECENSIE
Over Bonita Avenue, de debuutroman van
Peter Buwalda (1971), is veel te zeggen. Dat het een goed boek is bijvoorbeeld.
Een gedurfde, liefst 543 pagina's dikke roman. Een roman die zich niet bepaald
laat lezen als een debuut, zo veel vakmanschap toont de schrijver al. En dat
kan niet iedere debutant zeggen.
Maar het is ook een roman waarvan de plot
hier niet moet worden naverteld. Dat zou het leesplezier maar vergallen. En
plezierig is de lezing van dit noodlotsdrama - want dat is het - zeker.
Sterker, het is een roman die je dwingt door te lezen. Een grote Nederlandse
roman, die wat vaart en verteldrift betreft doet denken aan romans van Jeroen
Brouwers (Geheime kamers) en Oek de Jong (Hokwerda's kind). Groots opgezet,
fijn uitgewerkt.
Bonita Avenue heeft drie hoofdpersonages:
Siem Sigerius, de flamboyante wiskundige en rector magnificus van Tubantia
University (gelegen tussen Enschede en Hengelo), zijn bloedmooie, studerende
stiefdochter Joni Sigerius en haar vriend Aaron Bever. Joni en Aaron studeren
aan Tubantia University en zijn geliefden. Buwalda beschrijft de gebeurtenissen
- Bonita Avenue is een als avonturenroman aangekleed familiedrama - vanuit deze
drie personages.
De roman begint als Aaron Bever in de trein
de vrouw van Siem Sigerius ziet. Aan het slot van dat eerste hoofdstuk, waarin
de protagonisten worden voorgesteld, verneemt hij dat Siem Sigerius dood is. En
dan begint Buwalda te vertellen. De ambitieuze roman is, vanuit 2008, een
terugblik op de Werdegang van een familie, waarbij de schrijver veel hooi op
zijn vork neemt.
Er zijn twee hoofdlijnen. Aaron en Joni
gaan het internet op en verdienen veel geld met iets waarvan niemand iets mag
weten. En Siem Sigerius blijkt uit een eerder huwelijk een zeer criminele zoon
te hebben.
Er zijn twee gebeurtenissen in 2000 die een
grote rol spelen in het verhaal: de vuurwerkramp die Enschede 13 mei treft en
die het hele gezin raakt, en iets wat zich tijdens de EK-voetbalwedstrijd
Nederland-Frankrijk van 21 juni afspeelt.
En er zijn twee centrale zinnen waar het in
deze roman om draait. Al in het eerste hoofdstuk zegt Aaron: ''Maar ze logen
allemaal in die boerderij.'' Die boerderij is het huis van Siem Sigerius, zijn
vrouw Tineke en zijn stiefdochters Joni en Janis. En in het middendeel merkt
Siem Sigerius op: ''Want wat weten we van elkaar?'' Vooral die laatste zin is
essentieel.
Hoofdlijnen, gebeurtenissen en zinnen staan
allemaal met elkaar in verband en uit deze kluwen weet Buwalda een krachtig,
eigentijds verhaal te ontrollen over morele waarden. De charismatische
ex-judokampioen Siem Sigerius, die zijn oneigen dochters een goede opvoeding
wil geven en zijn vaderliefde bij hen kwijt kan, maar opgescheept zit met een
verraden, wraaklustige zoon, met wie hij niet kan omgaan
(nature-nurture-thematiek). Joni en Aaron, die, verblind door lust en geld,
niet kunnen stoppen met hun spelletjes. Joni, Aaron en de zoon, die de
politieke carrière van Siem in de weg zitten. Wat doet dat met een vader?
Nieuwsgieriger kan ik u, denk ik, niet
maken. Vooruit: dit is ook een roman met een moord, een minister en een
meesteres. Doet u dit allemaal onwaarschijnlijk aan? Het is een roman!
Goed is de stijl van Buwalda, gecombineerd
met de vorm. Hij schrijft beeldend, duidelijk, zonder krullen, en met humor. En
hij weet op vakkundige wijze flashbacks in zijn vertelling te stoppen die het
verhaal niet ophouden, zoals flashbacks vaak doen, maar echt versterken.
Behalve op de eerste zin, die lelijk is
omdat Buwalda vier keer het woord hem gebruikt, is niet veel aan te merken op
dit debuut. Misschien dat de lijntjes in het nu - de roman is een terugblik -
niet helemaal netjes worden afgehecht. Soit, zeg ik, want wat een rijke
historie staat daar tegenover. Buwalda lijkt nu al een gerijpte schrijver te
zijn.
O, ja, de titel. Bonita Avenue is de straat
in Berkely, Californië, waar het gezin Sigerius tijdens zijn gelukkigste
periode woont als Siem daar als wiskundige werkt. Het vuurwerk is dan nog niet
ontploft. (MAARTEN MOLL)
'Bonita Avenue staat bol
van de onzorgvuldigheden'
OPINIE - Paul van Seters − 05/01/12, 06:00
In Peter Buwalda's gevierde roman Bonita Avenue struikel je over de
onzorgvuldigheden, stelt hoogleraar Paul van Seters.
In het laatste Volkskrant magazine van 2011 stond een
column van Peter Buwalda, de gevierde schrijver van Bonita Avenue, die voor de
gelegenheid zichzelf had geïnterviewd. Het opvallendste onderdeel van dit
zelf-interview was de onthulling over de namen van de Amerikanen die in zijn
roman voorkomen.
Buwalda blijkt alle Amerikanen die in Bonita Avenue figureren te hebben
vernoemd naar een van de 32 filmpersonages die Elvis Presley heeft vertolkt. De
auteur meldt dat hij dit 'verborgen detail... er stiekem (heeft) ingestopt,
voor de fijnproever'. Die mededeling wekt de indruk dat Elvis Presley en diens
muziek een bijzondere rol spelen in de roman, maar niets is minder waar.
Een van de 32 Elvis-namen is 'Mike', door Buwalda in zijn column nader
aangeduid als 'het zoontje van Joni Sigerius en Boudewijn Stol'. Wie Bonita
Avenue leest, komt erachter dat Mike weliswaar het zoontje is van Joni
Sigerius, maar dat de vader niet Boudewijn Stol is maar Aaron Beer, een andere
hoofdpersoon in deze roman. Een grapje voor de fijnproever?
Verdwaald
Ook in Bonita Avenue zelf struikel je over dit soort dingen. Dat begint al met
de naam van de roman. Die verwijst naar de laan in de Amerikaanse
universiteitsstad Berkeley, waar Joni Sigerius als jong kind met haar zusje,
moeder en stiefvader een paar jaar heeft gewoond. Op pagina 199 wordt het
precieze adres vermeld: '1908 Bonita Avenue, Oakland, California'. Oakland? We
waren toch in Berkeley! Buwalda moet hier in zijn aantekeningen verdwaald zijn
geraakt, want er is een Bonita Avenue in Berkeley, maar er is ook een Bonita
Avenue in Oakland, direct ten zuiden van Berkeley.
Berkeley speelt een belangrijke rol in Bonita Avenue, omdat de stiefvader van
Joni, Siem Sigerius, van 1982 tot 1984 als veelbelovende wiskundige postdoc een
aanstelling heeft aan de Universiteit van Californië in Berkeley. Met het
stratenplan van Berkeley doet Buwalda de vreemdste dingen. Het lijkt er soms op
alsof hij de plattegrond op zijn kop op zijn bureau heeft gehad.
Sigerius keert eind jaren '80 met zijn gezin terug uit Amerika voor een
hoogleraarschap in Twente, waar hij in 1993 wordt benoemd tot rector
magnificus. In die hoedanigheid was hij in 1995 aanwezig bij de belangrijkste
universitaire roeiwedstrijd van het jaar, de Varsity, waar hij werd
gefotografeerd door het nieuwe vriendje van zijn stiefdochter, die werkt voor
het weekblad van de Twentse universiteit.
Bollende vijftigersbuik
Met het verhaal van die foto opent Bonita Avenue: 'Hij (Siem Sigerius) stond
erop aan de oever van het Amsterdam-Rijnkanaal, zonder kleren op een stropdas
na, wijdbeens met zijn blote voeten in modderig, platgetreden gras, met onder
zijn voorzichtig bollende vijftigersbuik duidelijk zichtbaar zijn
geslachtsdelen' (pagina 7).
De Varsity-traditie waar Buwalda op leunt, wordt hier meervoudig geweld
aangedaan. Om te beginnen zijn het uitsluitend leden van de winnende
studentenvereniging die bij een Varsity in het water springen, niet de
oud-leden. Nagenoeg alle studenten die te water gaan, houden echter braaf hun
onderbroek aan, en niet alleen hun stropdas. Dat een rector magnificus zich bij
die gelegenheid in zijn nakie zou hebben vertoond, is zo ongeloofwaardig dat
het moeilijk wordt de rest van de tragedie die zich in het leven van Siem
Sigerius voltrekt serieus te nemen.
Fantasierijke geest
In het laatste deel van de roman, tegen het einde van 2000, wordt Siem Sigerius
gechanteerd; hij moet ergens 100 duizend gulden vandaan halen om zijn afperser
te betalen. Dat bedrag krijgt hij volgens Buwalda bij elkaar onder meer via
'Mees Pierson... die de resterende helft van zijn Spinozapremie beheert'
(pagina 426). Maar Buwalda zag drie dingen over het hoofd: 1) het
Spinozaprogramma bestaat pas sinds 1995; 2) kandidaten voor de Spinozapremie
worden jaarlijks genomineerd door de rectores van de Nederlandse universiteiten
- zij kunnen niet zichzelf of hun collega's voordragen; 3) de
bestedingsmogelijkheden van de Spinozapremie zijn ruim, maar het geld moet wel
altijd uitgegeven worden aan de 'bevordering van onderzoek'. Siem Sigerius kan
dus niet de ontvanger van zo'n premie zijn geweest, en zou hij dat wel zijn
geweest, dan zou hij die premie nooit hebben kunnen gebruiken om een afperser
te betalen.
Buwalda heeft onmiskenbaar een fantasierijke geest en een brandende ambitie om
te schrijven voor fijnproevers. Maar zou hij er niet beter aan hebben gedaan
zich te concentreren op zijn tekst, en zich niet te laten afleiden door
vrijblijvend gefröbel als de namen van Elvis Presleys filmpersonages?
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3105440/2012/01/05/Bonita-Avenue-staat-bol-van-de-onzorgvuldigheden.dhtml
Een
beschrijving van het plot in ca 200 woorden
Siem Sigerius is rector magnificus aan de
Universiteit van Twente, een grote wiskundige en ex-judoka. Hij pleegt overspel
tijdens zijn eerste en tweede huwelijk.
Sigerius ontdekt dat zijn stiefdochter Joni
en haar vriend Aaron samen een pornosite runnen, waarvan hij zelf ook lid van is.
Op deze site zijn verschillende foto’s van Joni te vinden. Joni en Aaron
verdienen heel veel geld met hun site. Nadat Aaron en Joni erachter komen dat
ze zijn ontdekt, gaan ze uit elkaar. Aaron wordt depressief en Joni vertrekt
naar Amerika.
Sigerius heeft een biologische zoon,
Wilbert, die rond dezelfde tijd uit de gevangenis vrijkomt. Dit is vlak voor de
vuurwerkramp in Enschede. Wilbert heeft een keer gezeten omdat zijn stiefzusje
meineed pleegde en hem beschuldigde van seksuele handelingen. De meest recente
keer heeft hij gezeten vanwege moord. Wilbert is uit op wraak op zijn stiefzus
en later op zijn vader.
Als zijn vader Minister van Onderwijs
wordt, wilt Wilbert hem chanteren. Sigerius laat zich echter niet chanteren en
Wilbert besluit hem te vermoorden. Vader en zoon vechten en Sigerius breekt
Wilbert zijn elleboog, waarna Wilbert vlucht. Hij valt in de sneeuw neer en is
bijna dood als zijn vader hem de volgende ochtend vindt. Sigerius besluit
Wilbert niet te helpen, maar hem dood te laten gaan en in stukken te zagen en
hakken. Nadat Sigerius de stukken van Wilbert zijn lichaam heeft verborgen,
gaat hij naar de jacht van Joni. Daar hangt Sigerius zich op. Joni gaat een
paar dagen later naar haar jacht om die te verkopen en vindt haar dode vader.
Wat
je opgevallen is aan het boek, in ca 200 woorden
Als ik wist dat seks zo’n een belangrijke
rol in dit verhaal speelde, had ik dit boek niet uitgekozen. Ik ging er in de
eerste instantie vanuit dat het handeltje waar ze op de flaptekst het over
hebben een drugshandel zou zijn. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Drugs
vind ik een interessant onderwerp om over te lezen, seks daarentegen niet.
Dit boek is apart. Sommige situaties in het
boek zijn gewoon heel raar en onrealistisch. Wanneer Sigerius in Aarons huis is
en seksattributen vindt voor Aarons en Joni’s site en hij Joni’s ondergoed aan
begint te trekken, was ik gechoqueerd. Dit was erg ongemakkelijk om te lezen.
Wat mij voornamelijk erg opviel, was dat
het boek veel overbodige tekst bevatte. Dit vergemakkelijkte het lezen niet. Het
boek had met minder pagina’s hetzelfde verhaal kunnen vertellen. Ook maakten de
tijdssprongen het lezen niet al te makkelijk. Het ene moment speelde zich af in
2008, het volgende weer in 2000, enzovoorts. Verder wordt het verhaal verteld
vanuit drie verschillende perspectieven, die van Sigerius, van Joni en van
Aaron. Deze waren vaak ook moeilijk te onderscheiden. Er werd niet duidelijk
verteld wie aan het vertellen was en als lezer moest je dus maar doorlezen en
zelf bedenken uit wiens perspectief je las.
Ik denk dat dit boek niet voor mensen van
mijn leeftijd is bedoeld, maar eerder voor volwassenen met meer leeservaring.
Het
einde herschreven. Maak een nieuw einde aan het verhaal in ca 200 woorden.
Stilletjes keek Sigerius naar zijn
verrichte werk. Zijn eigen zoon. Langzaam nam paniek Sigerius’s lichaam over.
Wat had hij gedaan? Wat kon hij nog doen? Sirenes klonken in de verte.
Hulpeloos zakte Sigerius tegen de muur aan. Wachtend tot de politie hem kwam
ophalen.
Tineke bleek aan het werk te willen gaan en
Sigerius gezien te hebben zonder dat hij het door had. Angstig heeft ze meteen
de politie gebeld. Sigerius liet zich
zonder moeite meenemen door de politie. Tijdens de rit in de politieauto
raasden zijn gedachtes. Hij dacht aan Joni, Janis en Tineke. Ze zullen hem
haten. Hij dacht aan de media die zijn gezin lastig zouden vallen. Hij dacht
aan de krantenartikelen die in de krant zouden verschijnen. Hij dacht aan zijn
beroep en reputatie. Hoe had dit allemaal kunnen gebeuren?
Sigerius keek naar het witte laken dat hij
tot een touw had gevormd. Vol afschuw keek Sigerius naar zijn inmiddels schone
handen. Hij was niet beter dan Wilbert, erger misschien. Sigerius schrok
enigszins van zijn eigen gevoelens, in plaats van een schuldgevoel voelde hij
schaamte. Zorgvuldig knoop Sigerius het ‘touw’ vast aan de lamp aan het plafond
van zijn cel. Vastbesloten stapte hij op de stoel en legde de lus om zijn nek.
Dit was het dan.