maandag 9 december 2013

Eric of het klein insectenboek keuzeopdracht C

Op een ochtend, wanneer Erik door de hem welbekende grassprieten slenterde, voelde Erik plotseling een stroom van lucht langs hem razen en hoorde hij geritsel van de grassprieten. Geschrokken keek Erik om zich heen, wat is er in godsnaam net gebeurd? Hij ging met de grootste voorzichtigheid op onderzoek uit.
Spoedig vond hij waar hij naar op zoek was, er lag een beest op zijn rug in een plasje van vies ruikend gele vocht. Erik benaderde het ongelukkige beest met enige terughoudendheid. Hij bewoog helemaal niet. ‘Is hij dood?’ vroeg Erik zich af. Erik was nimmer in zijn negen jaar zo dichtbij een dode geweest. Erik kwam steeds dichterbij om het beest goed te kunnen aanschouwen. ‘Wat is het voor een beest? Het lijkt een kever of iets dergelijks.’ prevelde Erik. Hij tikte zachtjes tegen het insect aan, waarop er plots 6 poten tevoorschijn kwamen en in de lucht begonnen te dartelen. Erik was hevig geschrokken en sprong enige schreden achteruit.

‘Meneer of mevrouw, zou u misschien willen dat ik tracht u uit uw benadeelde positie te verlossen?’ vroeg Erik van de schrik bekomen. ‘Het is meneer en waarom zou ik, volgens u, uw hulp nodig hebben?‘ antwoordde het insect . ‘Misschien omdat u op uw rug ligt, meneer. Ik dacht dat u dood was.’ legde Erik uit.  ‘Dat ben ik niet,’ zei het insect geërgerd, ‘snapt u dan niet dat ik toneel aan het spelen was? Dat is mijn afweermechanisme. Men trapt er telkens weer in!’. ‘Mijn excuses, meneer, dan ga ik maar.’ zei Erik terwijl hij zich begon terug te trekken. ‘Wacht, misschien kunt u mij toch wel van dienst zijn, meneer … wat is uw naam?’ vroeg het insect. ‘Ik zal u graag van dienst zijn, meneer en mijn naam is Erik Pinksterblom. Wat is uw naam?’ vroeg Erik. ‘Ik dank u vriendelijk, meneer Pinksterblom. Mijn naam is meneer Lieveheersbeestje.’ liet meneer Lieveheersbeestje weten. Erik was blij verrast om te horen dat zijn nieuwe kennis een lieveheersbeestje was. Hij had altijd al bewondering voor lieveheersbeestjes gehad.
Het tweetal besloot dat Erik zou helpen om het lieveheersbeestje weer op zijn poten terecht te krijgen. Erik kroop zover mogelijk onder meneer Lieveheersbeestje om vervolgens te gaan liggen, met zijn voeten omhoog, tegen de dekschilden van meneer Lieveheersbeestje aan. Dit leverde een merkwaardige aanschouwing op. Erik heeft toen al zijn krachten bij elkaar verzameld en meneer Lieveheersbeestje omhoog geduwd, onder het gelijktijdig uiten van een overdonderende oerkreet. Het volgende moment rustte meneer Lieveheersbeestje op al zijn zes poten, de prachtige stippen op zijn dekschilden glinsterde van het ochtenddauw. ‘Wat bent u mooi’ vleide Erik oprecht, nog hijgend van de inspanning. ‘Dank u, Erik, ik ben u dankbaar voor uw hulp. Nu moet ik helaas meteen vertrekken. Tot ziens.’ riep meneer Lieveheersbeestje terwijl hij zijn dekschilden opende en ijverig met zijn vleugels wapperde. ‘Graag gedaan, dag meneer Lieveheersbeestje’ riep Erik, maar het lieveheersbeestje was al weggevlogen.


Lofrede Erik of het klein insectenboek

Erik of het klein insectenboek is in 1939 door Godfried Bomans geschreven, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, een oorlog die ontstaan is omdat sommige mensen dachten dat zij waardevoller waren dan anderen. Hoewel het taalgebruik soms ouderwets is, is het verhaal dat niet. Anders dan een deel van de titel doet vermoeden, is dit boek niet een wetenschappelijk boek maar fictie, een sprookje. Sprookjes hebben in iedere tijd een aantrekkingskracht, men wil altijd in een fantasiewereld stappen om de sleur van de werkelijkheid te ontsnappen. Al moet ik wel bekennen dat ik moeite had met het lezen van dit boek, omdat ik van mening ben dat dit boek aantrekkelijker is voor een jongere doelgroep.

Op een grappige manier omschrijft Bomans hoe de 9-jarige Erik Pinksterblom het schilderij Wollewei, die boven zijn bed hangt, binnenklimt en in een insectenwereld terechtkomt waar hij gelijk is aan de insecten. Erik komt in verschillende grappige situaties terecht, bijvoorbeeld wanneer hij een worm tegenkomt die het heel vreemd vindt dat Erik twee poten heeft en zegt “Dat is twee te veel”, de worm vermoedt dat Eric een ‘worm-op-weg’ is.

In de insectenwereld leert hij dat insecten, net zo als de mens, anderen beoordelen vanuit hun eigen perspectief, geen rekening houdend met de gevoelens van anderen. Veel eigenschappen van de insecten komen overeen met die van de mens, zoals arrogantie en zelfverzekerdheid. De insecten kunnen ook net zo bekrompen en egoïstisch zijn als de mens.

Dit sprookje heeft een boodschap: de natuur heeft al die verschillen zo bedoeld, wij moeten elkaar accepteren zoals we zijn en elkaar niet beoordelen.

Het is bijzonder knap en speciaal dat Godfried Bomans in 1939 een verhaal heeft geschreven dat in 2013 nog steeds door een breed publiek met plezier wordt gelezen en toe is aan de 57ste druk.

Biografie Godfried Bomans

Godfried Jan Arnold Bomans werd op 2 maart 1913 geboren in Den Haag. Een half jaar na zijn geboorte verhuisde het gezin naar Haarlem, waar zijn vader een advocatenpraktijk begon. Bomans werd streng en afstandelijk opgevoed. Zijn familie was Rooms-Katholiek.  
Bomans zijn vader werd lid van de Tweede Kamer voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij, wat hij tot 1929 bleef. Hij was gedeputeerde van de provincie Noord-Holland tot zijn dood in 1941 en ook was hij ten tijde van de Duitse inval voor enkele maanden commissaris van de koningin. Bomans vader was ook auteur, hij schreef onder andere een serie historische romans, de Donald-cyclus.

Godfried Bomans had tijdens de middelbare school al belangstelling voor de literatuur. Hij was redacteur van schoolkranten en publiceerde korte verhalen.  In 1933 ging Bomans rechten studeren in Amsterdam en werd hij redacteur van het studentenblad De Dijk. In 1939 brak Bomans zijn studie af en ging in Nijmegen psychologie studeren, om vervolgens in 1943 met deze studie te stoppen en naar Haarlem te verhuizen.

Om aan gedwongen tewerkstelling in nazi-Duitsland te ontkomen, dook Bomans tegen het eind van de oorlog in Aerdenhout onder. Hij trouwde met Pietsie Verscheure in Nijmegen op 14 april in 1944. Pas na de oorlog, op 17 augustus 1945, vond het kerkelijk huwelijk plaats. Zij kregen een dochter, Eva, die in 1960 geboren werd.

In 1932 schreef Bomans Bloed en liefde, dat in 1937 werd uitgegeven. Bomans bekendste boek, Erik of het klein insectenboek, schreef hij eind 1939 in Nijmegen. In december 1939 werd het uitgegeven bij Het Spectrum.  Vanaf 1946 publiceerde Bomans regelmatig stukken van verschillende genres: sprookje, melodrama, biografie en detectiveverhaal. Zijn succes is ook te danken aan zijn humoristische schrijfstijl.

Godfried Bomans overleed op 22 december 1971 aan de gevolgen van een hartaanval.

http://www.letterkundigmuseum.nl/Default.aspx?tabid=92&BiographyID=99&BiographyName=GodfriedBomans&Mode=BiographyDetails

Vertaling Close to you van Michael Prins

Dicht bij jou
Ik heb mijn naam niet voor het geluk veranderd, het was toevallig van mij
Heb niet gevraagd om een reden of wat van je tijd
Ik heb je reclame niet nodig, ik zoek geen diamanten ogen
Ik pas niet in jouw perfectie, ik pas niet in jouw leven

Maar voor jou, mijn schatje, voor jou zou ik echt zingen
Voor jou m’n gekke schat, zou ik alles doen
Gewoon om dichtbij je te zijn
Dus tot die dag van mij is

Laatst liet je me ’s avonds dansen, maar nu gedraag ik me als een gek
Ik probeer een reden te vinden en ik probeer niet vreemd te zijn
En ik vind dat grappig, want ik lijk geheel niet op jou
Je maakte van mij een schurk, maar misschien is dat meer echt

En ik zoek weer naar mijn trots
Terwijl ik weer naar jouw ogen zoek
Maar je bent onvindbaar vannacht
Toch wacht ik in elke ochtendlicht
Dus tot die dag van mij is

Dus ben ik degene die uit ’t oog is, heb ik geen tijd meer
Wil je dat ik gevangen ben, maar je toch de hele nacht bescherm
Is jouw visie veilig zijn en horen dat alles oké is
Terwijl de hele verdomde wereld weet van de gevaren van dit tij
Nou dan kom ik terug voor jou, ja dan kom ik terug naar jou
Wetend dat je weg zou lopen, wetend dat je weg zou lopen
Dus tot die dag van mij is

Dan wil je mij je niet herinneren of doen alsof je verrast bent
Als iedereen je omringt, maar schat dat geeft niet
Draai je gewoon om en kijk me aan als je voorbij loopt in de gang

Ik hou nog duizend deuren voor je open om gewoon met je te praten
Zodat ik dichtbij je kan zijn
En waarom ga je niet verder met mij
Wetend dat ik nooit vertrek, wetend dat ik nooit vertrek

Dus tot die dag van mij is
Liefje, zou ik op jou wachten
Ik zou op jou wachten, ik zou op jou wachten
En waarom ga je niet verder met mij
Ik zou op je wachten, lieverd, ik zou op jou wachten
Mijn liefste, mijn liefste, waarom wil je niet verder met mij

Liefje, ik zou op je wachten.